Dossierstudie psychiatrie: taken delen met GGZ

Wie is de patiënt die zich op basis van psychiatrische problematiek aanmeldt bij Expertisecentrum Euthanasie? Wat zijn de achtergronden van het euthanasieverzoek en wat gebeurt er met het verzoek? De dossierstudie ‘Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie’ geeft antwoorden op deze vragen. In totaal zijn 1.308 patiëntendossiers uit de periode 2012 – 2018 geanonimiseerd onderzocht. Het onderzoek werd gedaan door Expertisecentrum Euthanasie (voorheen Levenseindekliniek) in samenwerking met Amsterdam UMC, locatie AMC, in opdracht van het ministerie van VWS.

Er is sprake van ernstige en complexe psychiatrische problematiek

Uit de retrospectieve dossierstudie ‘Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie’ blijkt dat er bij het overgrote deel van de hulpvragers sprake is van ernstige en complexe psychiatrische problematiek. Patiënten hebben veelal meerdere medische diagnoses en zijn op meerdere gebieden vastgelopen (studie, werk, relaties). Ze lijden ernstig, zonder zicht op verbetering. Patiënten zijn langdurig behandeld in de geestelijke gezondheidszorg (vaak meer dan 10 jaar) voordat zij een euthanasieverzoek doen. Ook jonge hulpvragers hebben langdurige behandeltrajecten achter de rug.

9,5% van de euthanasieverzoeken wordt ingewilligd

Van alle hulpvragers krijgt uiteindelijk 9,5% euthanasie. Verzoeken van psychiatrisch patiënten zijn uiterst complex. Het onderzoek naar de doodswens vraagt tijd, vaak maanden. Expertisecentrum Euthanasie heeft een tekort aan psychiaters en kan het grote aantal aanmeldingen op basis van psychiatrische problematiek (822 in 2019) niet aan. De wachttijd voor psychiatrische patiënten is inmiddels opgelopen tot een jaar of langer. Het expertisecentrum wil de verantwoordelijkheid voor deze hulpvragers graag delen met psychiaters in het land.

‘Ik leef dankzij de Levenseindekliniek’

Uit het onderzoek blijkt dat het in behandeling nemen van het euthanasieverzoek patiënten vaak aanknopingspunten geeft om toch voor het leven te kunnen kiezen. Dit geldt voor ruim 50% van de hulpvragers. Een patiënt zegt letterlijk: “Ik leef dankzij de Levenseindekliniek”. Bewustwording onder GGZ-behandelaren van de functie van het open gesprek over de doodswens is cruciaal. Hier is veel terrein te winnen binnen de reguliere geestelijke gezondheidszorg. Psychiaters zien veelal nog behandelmogelijkheden, terwijl patiënten de motivatie voor nog een behandeling niet meer kunnen opbrengen.

Kennis verspreiden en taken verdelen

Het in behandeling nemen van een euthanasieverzoek op basis van psychiatrie vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. Uit het onderzoek blijkt dat veel psychiaters zichzelf op dit gebied onvoldoende bekwaam voelen. Scholing, zowel theoretisch als praktisch, is noodzakelijk. Welke mogelijkheden biedt de Euthanasiewet voor psychiatrisch patiënten? Wanneer is er sprake van ondraaglijk en uitzichtloos lijden? En, hoe voer je een open gesprek met een patiënt over zijn doodswens? “Als meer psychiaters over deze vaardigheden beschikken kunnen de taken beter verdeeld worden”, zegt bestuurder Steven Pleiter van Expertisecentrum Euthanasie. “Veel vooronderzoek kan binnen GGZ-instellingen worden gedaan, zodat in een eerder stadium duidelijk wordt of de patiënt uitbehandeld is.” Andere aanbevelingen van het expertisecentrum zijn: het aanstellen van een euthanasie-kaderarts per GGZ-instelling en aandacht voor ‘het uitbehandeld zijn’ in multidisciplinaire richtlijnen. Pleiter: “Meer duidelijkheid bevordert een opener houding van de beroepsgroep.”

Klik hier voor de dossierstudie ‘Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie’.

De dossierstudie ‘Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie’ is op 17 februari 2020 door minister De Jonge (VWS) in ontvangst genomen.