Uitvoering

Als de SCEN-arts de patiënt heeft gezien en hiervan verslag heeft gedaan, kan de euthanasiedatum worden gepland.

Belangrijke aandachtspunten in deze fase:

Voorlichting patiënt, familie en/of naasten
In deze fase is het van belang om nogmaals uitleg te geven over de gehele procedure. Getuige zijn van overlijden maakt indruk en roept emoties op. Om die reden is voldoende uitleg over wat er gaat gebeuren voor en tijdens de uitvoering van de euthanasie, heel belangrijk. U bespreekt samen met de patiënt en diens familie en/of naasten wie er aanwezig zullen zijn bij de euthanasie of hulp bij zelfdoding.

Hulp bij zelfdoding: 
Bij hulp bij zelfdoding varieert het tijdsverloop tussen inname en tijdstip van overlijden per individu, maar het is in verreweg de meeste gevallen minder dan 30 minuten. We adviseren met de patiënt en de familie een maximale tijdsduur tot overlijden af te spreken. Als de patiënt dan niet is overleden, gaat u alsnog over op euthanasie: intraveneuze toediening via de tevoren ingebrachte infuusnaald.

Apotheek
U regelt de benodigde middelen in nauw overleg met de apotheker; liefst persoonlijk en ruim van te voren. Voor de apotheker is euthanasie misschien ook geen dagelijkse aangelegenheid, betrek hem bij de euthanasievraag. De apotheker zorgt altijd voor een noodset euthanatica. Zelfs bij de meest ervaren artsen kan er iets mis gaan. Daarom behoort iedere arts een extra set intraveneuze euthanatica en materialen voor bereiding en toediening mee te nemen.
Apothekers hebben het recht om vanwege hen moverende redenen te weigeren een euthanaticum af te leveren. Zij kunnen u doorverwijzen naar een andere apotheker. Tijdig overleg is dan van belang.

Hulp bij zelfdoding: 
Bij hulp bij zelfdoding is het essentieel dat 12 uur van te voren wordt gestart met metoclopramide, om de kans op uitbraken van het euthanaticum zo klein mogelijk te maken. De voorkeur gaat uit naar toediening op de tijdstippen 12 uur, 6 uur en 1 uur voor de uitvoering.

Intraveneuze toedieningsweg
Zowel bij euthanasie als bij hulp bij zelfdoding wordt, bij voorkeur op de dag van de euthanasie zelf, een infuusnaald ingebracht. U kunt dit uiteraard zelf doen, maar u kunt hiervoor ook een VTT-team of ambulancedienst inschakelen. We adviseren een driewegkraan met verlengslang aan te laten brengen of een waakinfuus. Voordat de euthanasie plaatsvindt, is het belangrijk te controleren of de infuusnaald nog in de vene zit en niet verstopt is.

GGD gemeentelijk lijkschouwer 
U brengt de gemeentelijke lijkschouwer van te voren op de hoogte van de geplande euthanasie. Hij of zij kan dan rekening houden met de planning en is voorbereid op een telefoontje.

Dossier 
Het dossier voor de toetsingscommissie bouwt u op met onderstaande informatie. U draagt het dossier over aan de gemeentelijk lijkschouwer, die vervolgens het dossier zal doorsturen naar de regionale toetsingscommissie.

  • Persoonsgegevens;
  • Relevante informatie uit het medisch journaal, in het bijzonder de aantekeningen van de euthanasiegesprekken die zijn gevoerd;
  • Geschreven wilsverklaring indien aanwezig;
  • Biografie indien aanwezig;
  • Specialistenbrieven waarin een eventuele diagnose wordt bevestigd;
  • Consultverslagen onafhankelijk deskundigen;
  • SCEN-verslag;
  • Modelformulier: mededeling van de behandelend arts aan de gemeentelijk lijkschouwer;
  • Modelverslag: verslag van de behandelend arts aan de regionale toetsingscommissies.

Uitvoering euthanasie
Bij praktische informatie euthanasie vindt u uitgebreidere informatie over dit onderwerp. Enkele specifieke aandachtspunten:

  • U controleert altijd of het infuus nog in situ en doorgankelijk is, voordat u overgaat op toediening van de euthanatica;
  • Het is van belang dat u voordat u de spierverslapper toedient, de diepte van het coma adequaat controleert, bijvoorbeeld door middel van een oogbol- of wimperreflex of door het toedienen van pijnprikkels;
  • U bewaart de originele verpakkingen van de euthanatica of de door de apotheek verstrekte toedieningsvormen. De gemeentelijk lijkschouwer moet kunnen verifiëren hoe en met welke middelen het leven is beëindigd.