Even mailen met…Jacob Kohnstamm

 

Begin dit jaar nam Jacob Kohnstamm (71)
afscheid als coördinerend voorzitter van
de Regionale Toetsingscommissies
Euthanasie. Hoe kijkt hij naar de Wet
toetsing levensbeëindiging op verzoek en
hulp bij zelfdoding (Wtl)?

 

“Bij de totstandkoming van de wet werd steeds benadrukt dat euthanasie geen normaal medisch handelen is, hoewel het wel handelen betreft van een medicus. We zijn inmiddels twintig jaar verder. Euthanasie is voor grote delen van de bevolking en voor veel artsen onder omstandigheden aanvaardbaar en daarmee medisch handelen geworden. De discussie over de toelaatbaarheid van euthanasie in het geval van somatische aandoeningen – zoals onbehandelbare kanker, hart- en vaatziekten, ALS en Parkinson – vindt bijna niet meer plaats. De discussie in de samenleving, en dus ook onder artsen, concentreert zich op euthanasie op grond van een psychische aandoening, euthanasie op grond van vergevorderde dementie en op de vraag of, en zo ja waar, de grens getrokken dient te worden tussen stapeling van medische ouderdomsaandoeningen enerzijds en voltooid leven zonder dat daar een medische aandoening aan ten grondslag ligt anderzijds.

Wie weet zou euthanasie op den duur – op de lange duur! – net als dat bij het handelen van artsen in het kader van palliatieve sedatie het geval is, binnen het medisch recht geregeld kunnen worden en niet meer in directe relatie tot het strafrecht. Want wat is het verschil tussen medisch handelen ter bestrijding van ondraaglijk lijden dat – zij het bij een levensverwachting van twee weken – als collateral damage tot gevolg heeft dat de patiënt komt te overlijden en het medisch levensbeëindigende handelen ter bestrijding van ondraaglijk lijden? Over die vraag ga ik mij, nu ik pensionado ben, nog eens buigen.”