In de Nederlandse bioscopen is dit najaar een bijzondere film te zien. Witte flits. De film, met indrukwekkend acteerwerk van Renée Soutendijk, is gebaseerd op het euthanasietraject van René in 2012. Paulan Stärcke hielp hem sterven. “Euthanasie op basis van psychisch lijden was nog taboe”, vertelt ze. “Niemand wilde zijn vingers eraan branden. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken; hulp bij zelfdoding vind ik een daad van barmhartigheid. Mensen met een chronische psychische ziekte hebben wij vaak niet veel te bieden.” De psychiater werkte destijds bij een ggz-instelling en René was haar patiënt. “Twintig jaar lang worstelde hij met zijn stoornissen, waaronder psychoses en dwanggedachten. Zijn doodswens was invoelbaar. Toch vond ik de afweging heel spannend: kon ik vanuit professioneel oogpunt en gewetensvol zeggen dat er geen behandelperspectief meer was? ‘Dat jij het dúrft!’, zeiden mijn collega’s.”
Stärcke pakte de voortrekkersrol, en kreeg die ook van de toenmalige geneesheer-directeur van de ggz-instelling. “We wilden het thema euthanasie op de kaart zetten.” Ze organiseerde een conferentie, ontwikkelde beleid, schreef een interne richtlijn en adviseerde haar collega’s. Ze voerde meerdere keren euthanasie uit als co-behandelaar. “De bedoeling was dat mijn collega-psychiaters daarna zelf trajecten zouden oppakken.”
Een nieuwe geneesheer-directeur was behoudender en vond het beter als Stärcke haar engagement voortaan buiten de muren van de instelling vorm zou geven. Kort daarna had de psychiater twee banen. Voortaan combineerde ze haar werk bij de ggz-instelling met een contract voor acht uur per week bij Expertisecentrum Euthanasie.
Het expertisecentrum was in 2012 gestart als Levenseindekliniek. “Ik trof er een handjevol collega’s met grote drive en inzet voor de thematiek. Gerty Casteelen werkte er al; ik was de tweede psychiater. Het was pionieren.”
De ontwikkeling die het expertisecentrum –en daarmee Nederland– op het gebied van euthanasiezorg voor hulpvragers met psychisch lijden doormaakte is in belangrijke mate door Stärcke gekleurd. Gedurende lange tijd was zij de enige die het psychiatrisch spreekuur bemande. De toegangspoort tot de euthanasiezorg van het centrum. Stärcke gaf de regels vorm op basis waarvan een patiënt een euthanasietraject kon starten, of niet. “De triage was streng. Er waren weinig psychiaters en we moesten ons dus wel beperken tot de meest urgente gevallen. Voor hulpvragen op basis van psychisch lijden was het aanvankelijk ‘nee, tenzij’. Dat is nu anders. Bij twijfel wijzen we niet meteen af. Elk euthanasieverzoek verdient het om zorgvuldig getoetst te worden: voldoet het aan de eisen van de wet? We kwamen er ook snel achter dat het open gesprek over de doodswens een patiënt ruimte kan geven om te leven.”
Stärcke besefte al snel het belang om –als het maar enigszins mogelijk is– naasten bij een euthanasietraject te betrekken. “Ik vind het belangrijk om mijzelf kenbaar te maken. Omdat ik iets ga doen dat waarschijnlijk heel veel impact op ze heeft, moeten naasten de gelegenheid hebben om zich daartoe te verhouden.” Ze hebben echter geen stem bij de beslissing, benadrukt ze. “Iemand kan er anders over denken en mij daarvan proberen te overtuigen, maar de beslissing blijft bij de patiënt en bij mij.”
‘Hulp bij zelfdoding vind ik een daad van barmhartigheid.’
In december wordt ze zeventig. Het “gedistantieerde jasje” uit eerdere jaren heeft ze uitgedaan. In de film Witte Flits zet actrice Manoushka Zeegelaar Breeveld een klinische psychiater neer: afstandelijk en onbewogen. Herkent Stärcke zich hierin? “Tien jaar geleden hield ik bewust afstand uit angst om mijn onafhankelijke oordeel in gevaar te brengen. Inmiddels weet ik dat ik op mijn professionaliteit kan vertrouwen en permitteer ik me persoonlijker contact met patiënten. Sinds een paar jaar staan mijn voornaam en 06-nummer op mijn visitekaartje. Ik tutoyeer nu ook sneller en dat wordt gepikt.” Lachend: “Ook door mijn leeftijd natuurlijk.”
Anno 2024 zijn Paulan Stärcke en haar collega Gerty Casteelen de meest ervaren psychiaters op het gebied van euthanasiezorg van Nederland. Het terrein is ontgonnen, de grenzen zijn verkend.
Stärcke is zich terdege bewust: “Ook als ik geheel overtuigd ben van de legaliteit van een euthanasie heb ik mij nog altijd aan de consensus van de beroepsgroep te houden.” De expertise die ze vergaarde deelt ze met psychiaters in het land. Ze verzorgt lezingen, scholingen, helpt ggz-instellingen met beleid en onlangs werd ze benoemd als lid van de Commissie Euthanasie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). “Ik vind het belangrijk dat de beroepsgroep vertrouwder met euthanasiezorg raakt, daar wil ik heel graag mijn steentje aan bijdragen. Het is verheugend dat steeds meer psychiaters bereid zijn om een euthanasieverzoek in behandeling te nemen.”
Haar vele werk verricht ze liever achter de schermen. “Ik hoef niet in de spotlights, in de media is weinig ruimte voor nuance en ik ben bang dat dingen uit hun verband worden gerukt.”
‘Ik ben nóg gemotiveerder om anderen het verdriet te besparen.’
Filmmaakster Laura Hermanides schreef het script voor Witte Flits in samenwerking met de ouders van René. Stärcke voorzag het script van commentaar.
Hermanides wilde dicht op de werkelijkheid zitten en dat is fantastisch gelukt, vindt Stärcke. “Scènes, personages, sfeer; alles is heel herkenbaar.” Op 21 april 2024 was ze aanwezig bij de voorvertoning op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam, samen met de familie van René en de makers van de film. Ze bekeek de film “met een forse emotionele bagage”. Vier maanden eerder had haar zoon Fako (35) zich gesuïcideerd. “Fako kon veel voor anderen betekenen, maar niet voor zichzelf. Ik mis hem. Alsof er een stuk van mezelf weg is. Tegelijkertijd gun ik hem zijn keuze; het was een doordacht besluit. Zijn zelfdoding maakt mij nog gemotiveerder om anderen dat verdriet te besparen. Ik betreur het heel erg dat hij niet kon sterven met ons om zich heen.”
‘Loslaten is lastig als je de regie wilt houden.’
Stärcke groeide op in een gezin waar zelfbeschikking hoog in het vaandel stond. Haar ouders hoorden in 1973 bij de eerste leden van de NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde). Vader Stärcke, kno-arts van beroep, vertelde zijn dochter dat hij een terminale patiënt een recept had meegegeven om zelf te kunnen beslissen wanneer het lijden genoeg was. “Mijn ouders wilden zelf ook de regie houden. In hun wilsverklaringen hadden ze nauwgezet omschreven wanneer het leven ondraaglijk werd. Tot ieders verrassing hebben ze zich tot de laatste snik aan het leven vastgeklampt.
Mijn moeder werd door een beroerte afatisch waardoor ze nauwelijks kon praten. Ze was vertaalster en toneelactrice; taal was alles voor haar. Maar de vraag of ze het leven nog de moeite waard vond, beantwoordde ze moeizaam en beslist met ‘Jaaaaa’. Vijftien jaar later overleed ze aan kanker. Ze is rustig ingeslapen. Mijn vader werd door hartfalen volledig afhankelijk. Iets wat hij eerder absoluut wilde voorkomen. Maar besluiten om de stekker eruit te trekken, kreeg hij niet voor elkaar.
Voor euthanasie moet je loslaten. En loslaten is lastig als je de regie wilt houden.”
De film Witte Flits is vanaf 26 september 2024 te zien in de Nederlandse bioscopen.
Klik hier voor de trailer.
Om terug te gaan naar de nieuwsbrief, klik hier.
Geplaatst op Fotografie: Maarje Geels. Tekst: Elke Swart © Expertisecentrum Euthanasie.