Columns Geplaatst op
Wijntjes
Het was half tien en ik had mijn jas al aan: telefoon. Het was de huisarts van Grada. Hij was gistermiddag bij haar op bezoek geweest om afscheid te nemen, “en heel vervelend misschien, maar ze zei dat ze euthanasie wil, maar nu nog niet.”
Ik bel met de apotheker. Helaas: hij had de middelen net bereid. Enigszins verbolgen vraagt hij waar de rekening van 90 euro naartoe mag. Nooit geweten dat euthanatica 90 euro kosten.
Tijdens onze huisbezoeken hadden mijn collega Marian en ik Grada (93) leren kennen. Ze kon de afhankelijkheid niet verdragen, ze wilde niet bungelen in een tillift, niet in een rolstoel zitten. Ze wilde de Grada zijn die ze wás: iemand die de lakens uitdeelde op een afdeling van ruim dertig medewerkers, die prat ging op haar status, een wereldreiziger, ze wás iemand.
'Ik wil euthanasie, maar nu nog even niet.'
Grada had een hekel aan vragen; waar bemoeiden we ons mee? Ze wilde dood omdat ze lichamelijk niets meer kon. En dan ging haar wijsvinger standaard richting het hoofd: daar was niets mis mee. Dat deed het nog. Dacht ze. De geriater dacht daar heel anders over.
Ze woonde in een prachtige particuliere zorgvilla. Als Marian en ik die ochtend binnenkomen zit ze, zoals altijd, in haar rolstoel bij het raam, handen in de schoot, een schaal koekjes binnen handbereik. Nicht Yvonne zit er verbouwereerd bij. Ze snapt er niets van. Grada zelf doet alsof ze er niet is, het hoofd deemoedig gebogen. Als we tegenover haar zitten, slaat ze haar ogen een beetje op, oogcontact maakt ze niet. Marian zegt dat het helemaal niet erg is. Dat het juist goed is dat ze gezegd heeft dat ze geen euthanasie wil. Het hoofd draait langzaam omhoog. “Ik wil euthanasie, maar nu nog even niet. En denk vooral niet dat ik niet meer weet wat ik wil.” En daar is die wijsvinger weer. Nicht Yvonne laat zich troosten; mogelijk is Grada’s onvermogen om te beslissen een voorbode van wilsonbekwaamheid.
Recent, vier jaar na dato, heb ik contact met de huisarts. Als ik naar Grada vraag, schiet hij in de lach. “Ze is er nog, ze geniet volop van haar wijntjes bij de lunch. Ze heeft het nooit meer over euthanasie gehad.”
Mooi. Zo kan het dus ook.