Krans

Laat ik haar Chantal noemen, 42 jaar jong, sinds 2006 lijdend aan Multiple Sclerose. In haar fraaie woonkamer is alles paars. En in haar slaapkamer is alles donker en paars. Je ziet er geen hand voor ogen. We mogen aan haar bedrand zitten. Zelf ligt ze onbeweeglijk op haar rechter zij met haar hoofd op een luipaardknuffel. Op de stoel naast ons een ambulant begeleider, gespannen, want je weet het nooit met Chantal.

Ze is zwak, doodmoe, heeft pijn, ze kan geen licht verdragen en ligt de hele dag in bed. Naast haar aandoenlijk netjes opgevouwen onderbroekjes, en op een bord een afgekauwd broodje. Warm eten krijgt ze niet, alle hulpverleners zijn afgehaakt, behalve haar fysiotherapeut, die trouw tweemaal per week haar
schouders en nek masseert.

Alle hulpverleners zijn afgehaakt.

Een gesprek met Chantal blijkt een balanceeract voor gevorderden. Er zijn veel vragen die verkeerd vallen, er zijn veel antwoorden die verpakt worden in opstandigheid en boosheid: dan schiet ze overeind, haar stem heeft wél kracht. We worden op de proef gesteld, Edith en ik. Of wij misschien ook afhakers zijn. Of wij haar ook in de steek zullen laten.

Ze gaat opmerkelijk makkelijk akkoord met een consult van een onafhankelijk psychiater. Ons voorlaatste bezoek ontaardt, zij wil 1 april, wij hebben dan
een studiedag. Zij weigert elke andere datum: mogelijk is 1 april een uitgekiende finale sneer aan het adres van haar moeder en broer, eveneens afhakers.
Ze gedraagt zich respectloos, we trotseren verwijten, en in het oog van de storm kiest ze alsnog eieren voor haar geld.

“Euthanasie is een vorm van geweld en geweld is voorbehouden politie, het leger en de arts die zich aan de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek
en hulp bij zelfdoding (WTL) houdt. Het verlenen van euthanasie moet voelen als compassie en niet als geweld.” Er is bij Edith en mij wel compassie, maar
geen affiniteit. We haken niet af. Op de dag van de uitvoering zit Chantal recht overeind in bed. Aan het plafond paarse ballonnen. Trots showt ze haar eigenhandig in elkaar gefröbelde grafkrans. Ook paars. De fysiotherapeut houdt haar hand vast. En wij zijn erbij.