Ze kan ons thuis niet ontvangen, thuis voelt ze zich niet veilig met vreemden in huis. In de spreekkamer van haar steunen toeverlaat, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Linda, kan het wel. We zitten tegenover haar in een kleine steriele kamer. Een frêle vrouw, sportief gekleed, schuchtere blik. Ze begint te ‘ratelen’ zodra we een vraag stellen. Mechanisch en monotoon, alsof ze de woorden van iemand anders heeft geleend. De woorden leiden een eigen leven, contact maakt ze nauwelijks, er is angst in haar ogen. Af en toe lijkt ze ons letterlijk te verliezen. Later zou ze zeggen dat ze ‘uitcheckt’ als het haar teveel wordt.