2020: veel mensen geholpen, ondanks beperkingen corona

Ondanks de coronamaatregelen, een patiëntenstop en een verminderde capaciteit heeft Expertisecentrum Euthanasie vorig jaar toch veel patiënten én artsen kunnen helpen. Dit blijkt uit het jaarverslag '2020 in beeld'.

Vorig jaar deden 2.901 patiënten een beroep op het expertisecentrum; 221 minder dan in 2019. “Deze daling is volledig toe te schrijven aan de patiëntenstop in het voorjaar vanwege de coronapandemie”, zegt bestuurder Sonja Kersten. “Ondanks alle beperkingen vanwege Covid-19 hebben onze teams, bestaande uit een arts en een verpleegkundige, 899 verzoeken van patiënten kunnen inwilligen.” De 823 oordelen die het expertisecentrum in 2020 van Regionale Toetsingscommissies ontving zijn allemaal zorgvuldig. Zesenzeventig oordelen zijn nog niet ontvangen.

Aantal artsen dat consulent euthanasie inschakelt stijgt met 60 procent

Vorig jaar begeleidden consulenten van het expertisecentrum 309 artsen bij euthanasietrajecten van hun patiënten; een stijging van zestig procent (2019: 196). Kersten: “De meeste patiënten worden het liefst door hun eigen arts geholpen. Daar willen wij artsen heel graag bij adviseren en begeleiden. Sinds onze oprichting in 2012 is veel kennis en ervaring opgedaan met euthanasiezorg; deze expertise brengen we terug naar verschillende beroepsgroepen zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en psychiaters.”

Opvallend: steeds meer psychiaters vragen begeleiding

Beduidend meer psychiaters deden een beroep op de consultatiedienst van het expertisecentrum: 30 psychiaters konden met deze begeleiding euthanasieverzoeken van hun patiënten zelf oppakken; 25 meer dan in 2019. “Deze stijging is hoopgevend”, zegt Kersten. “Euthanasie ligt gevoelig in de psychiatrie. We hopen dat we 2020 later kunnen aanwijzen als het kantelpunt.”
Het expertisecentrum startte in 2020 een wervings- en bewustwordingscampagne gericht op psychiaters. “De wachttijd bij het expertisecentrum voor hulpvragers met psychisch lijden bedraagt twee jaar. Dat is echt problematisch voor de hulpvragers. Wij willen dit probleem graag samen met de GGZ-instellingen en psychiaters oppakken. Het expertisecentrum biedt alle psychiaters in Nederland begeleiding aan bij het onderzoeken van euthanasiewensen van hun patiënten.”

Geen wachttijden voor hulpvragers met lichamelijk lijden

Door de coronapandemie ontstonden vorig jaar ook wachttijden voor hulpvragers met lichamelijk lijden, zoals kanker, MS en ALS. Sinds 1 januari 2021 verlopen deze aanmeldingen weer als vanouds. Binnen 24 uur na ontvangst van de aanmelding neemt een arts van het expertisecentrum contact op met de behandelaar van de patiënt. Tijdens dit gesprek wordt geïnformeerd of de behandelaar het verzoek zelf wil oppakken, indien gewenst met steun en begeleiding van een consulent. Als hier niet voor gekozen wordt, neemt het expertisecentrum het euthanasieverzoek over, worden de medische dossiers van de patiënt opgevraagd en vindt op basis hiervan een eerste triage plaats. Verreweg de meeste hulpvragers krijgen binnen 15 dagen een team, dat bestaat uit een arts en een verpleegkundige, toegewezen dat de euthanasiewens onderzoekt. Het percentage ingewilligde verzoeken schommelt al jaren rond 30 procent. In 2020 werd bijna de helft van de euthanasieverzoeken binnen drie maanden ingewilligd.

Teams verlenen euthanasie aan twee wilsonbekwame patiënten

Zuid-Holland is de provincie met de meeste euthanasieverzoeken (797) en de meeste ingewilligde verzoeken (243); de verspreiding van de hulpvragen komt overeen met de spreiding van de bevolking in Nederland. Ruim de helft van alle hulpvragers is ouder dan 70 jaar. Zestig procent van de verzoeken is afkomstig van vrouwen. Een op de tien ingewilligde verzoeken betreft psychiatrie. Hetzelfde geldt voor hulpvragen op basis van dementie: 1 op de 10 verzoeken wordt ingewilligd. In 2020 verleenden teams van het expertisecentrum euthanasie aan twee wilsonbekwame patiënten met dementie, beide door een RTE als zorgvuldig beoordeeld.

Corona: immense invloed

“Covid-19 heeft een immense invloed op ons werk”, zegt Kersten. “Er zijn minder collega’s inzetbaar. Sommigen behoren zelf tot de risicogroep voor complicaties bij een infectie en er ging tijd verloren aan quarantaines en wachten op testuitslagen. Maar ook: geen handen kunnen geven, geen arm om iemand heen kunnen slaan, mondkapjes die de communicatie bemoeilijken en soms moeten collega’s een heel ‘maanpak’ aan, een volledig tegen virussen beschermend pak, om vervolgens met een patiënt een gesprek te voeren over diens ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Eigenlijk ondoenlijk, maar we doen het toch.”

Het jaarverslag ‘2020 in beeld’ leest u hier.