Actueel Geplaatst op
Expertisecentrum Euthanasie: “Tuchtrechter interpreteert euthanasiewet te eng”
De arts, een specialist ouderengeneeskunde, verleende in 2017 euthanasie aan een patiënt met gevorderde dementie op basis van een eerder opgestelde wilsverklaring. Deze patiënt leed uitzichtloos en ondraaglijk: ze was onrustig, boos en agressief tegen haar familie, verzorgenden en medebewoners van het verzorgingstehuis. Een eerdere euthanasiewens, toen patiënt nog wilsbekwaam was, werd door de huisarts niet gehoord.
Volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) was de wilsverklaring van de patiënt onduidelijk. Dit deel van de klacht acht het tuchtcollege ongegrond: de wilsverklaring van patiënt is rechtsgeldig en de arts mocht daaraan gevolg geven op de wijze zoals zij dat heeft gedaan. Zij mocht bij het volgen van de schriftelijke wilsverklaring ook betrekken wat de familie over de wens van patiënte vertelde. Daarmee sluit het tuchtcollege aan bij wat de Hoge Raad in april 2020 oordeelde in de zaak Kastanje/Catharina A.: euthanasie op basis van een wilsverklaring is mogelijk, ook in gevallen van voortgeschreden dementie; interpretatie van de wilsverklaring is toelaatbaar en soms zelfs noodzakelijk. Pleiter: “Het oordeel van het tuchtcollege bevestigt dat artsen gevolg mogen geven aan een schriftelijke wilsverklaring en dat patiënten niet opgesloten hoeven te raken in een situatie die zij voor zichzelf nooit hebben gewild.”
De IGJ vond verder dat de arts onvoldoende gemotiveerd had waarom zij een negatief SCEN-advies had genegeerd; dit deel van de klacht achtte het tuchtcollege gegrond. Pleiter: “De arts heeft het SCEN-advies zwaar laten wegen en uitgebreid besproken in een multidisciplinair overleg met een zestal ervaren artsen en verpleegkundigen. Unaniem vonden ze het SCEN-advies onvoldoende overtuigend en daarom werd gemotiveerd afgeweken van dit advies. Euthanasie uitvoeren met een negatief SCEN-advies is mogelijk; een positieve ondersteuning is volgens de wet geen voorwaarde. Expertisecentrum Euthanasie staat achter het besluit van de arts om euthanasie te verlenen. Er was sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek, uitzichtloos en ondraaglijk lijden en een redelijke andere oplossing ontbrak. De inspectie en het tuchtcollege interpreteren de euthanasiewet te eng. Om toekomstige – voor artsen uiterst belastende – procedures te voorkomen hebben we voor trajecten van de meest complexe problematiek een extra multidisciplinair overleg ingesteld; we doen alles om te voorkomen dat onze artsen in het beklaagdenbankje terecht komen.”
Extreem belastend
De tuchtzaak was extreem belastend voor de betrokken arts. Pleiter: “De euthanasie vond in 2017 plaats; de IGJ had drie jaar (!) nodig voor deze klacht. Al die tijd leefde de arts in spanning en onzekerheid. Zij was niet meer in staat om haar beroep uit te oefenen. ”
De IGJ diende de klacht in toen de Hoge Raad op het punt stond arrest te wijzen in de zaak Kastanje/Catharina A. “Het is onbegrijpelijk dat de inspectie deze uitspraak niet heeft afgewacht. Het oordeel van het tuchtcollege over de schriftelijke wilsverklaring toont wel aan dat het oordeel van de Hoge Raad inderdaad beter had kunnen worden afgewacht.” Ook betreurt Pleiter het feit dat de inspectie geen gebruik heeft gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om zelf onderzoek te doen. “De informatie opgedaan in het strafrechtelijk onderzoek, dat tegelijkertijd naar deze casus loopt, geeft veel aanwijzingen dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen heeft voldaan.”
Het OM deed vooralsnog geen mededelingen over dit strafrechtelijke vooronderzoek. Pleiter: “Wij wachten het resultaat van het onderzoek vol vertrouwen af; wij zijn ervan overtuigd dat onze arts overeenkomstig de Euthanasiewet heeft gehandeld.” De Hoge Raad adviseerde onlangs een terughoudender opstelling van het OM: het past niet om een arts die vanuit alle oprechtheid heeft gehandeld voor moord te vervolgen.
Complex
Deze tuchtzaak laat zien hoe complex euthanasie bij gevorderde dementie is. “De meeste artsen in Nederland wagen zich er niet aan, omdat ze onvoldoende kennis van de euthanasiewet hebben en/of uit angst voor een strafrechtelijk onderzoek.” Expertisecentrum Euthanasie is gespecialiseerd in complexere hulpvragen, waaronder euthanasie bij dementie. Sinds de oprichting in 2012 ontving het expertisecentrum 1.000 hulpvragen met dementie als onderliggend lijden, waarvan er 360 gehonoreerd werden; 8 van deze gehonoreerde hulpvragen gebeurden in een stadium waarbij een wilsverklaring noodzakelijk was. “Wij adviseren mensen om het er niet op aan te laten komen, maar als zij een euthanasiewens hebben op basis van dementie dit tijdig met hun arts te bespreken, zodat zij gezamenlijk het juiste moment van uitvoeren kunnen kiezen. Ook de arts heeft een professionele verantwoordelijkheid om tijdig met zijn of haar patiënt over het levenseinde en een eventuele wilsverklaring te spreken.”