Beter te vroeg dan te laat

Toen dit nieuwsbericht geplaatst werd was de Levenseindekliniek nog de naam voor wat nu Expertisecentrum Euthanasie is.
In gesprek met een bezoeker van een congres over euthanasie werd me tamelijk dwingend de vraag gesteld of de Levenseindekliniek zou helpen, mocht hij te dement worden om nog zelf om euthanasie te kunnen vragen. Hij had een wilsverklaring waarin stond dat hij, als het zover mocht komen, euthanasie wilde. Wat hem betreft was daarmee aan alle voorwaarden voldaan en hoefde de Levenseindekliniek alleen nog maar te handelen.

Maar zo simpel is het niet. Euthanasie is ook voor de artsen van de Levenseindekliniek een ingrijpende handeling, die alleen kan worden vervuld als de overtuiging er is dat de patiënt wil sterven. De arts wil die wens bevestigd zien, in woord of gebaar. De wilsverklaring kan volgens de wet bij wilsonbekwaamheid in de plaats treden van die wens in woord of gebaar, mits ook aan de overige eisen van de wet is voldaan. Bij die overige eisen hoort ook ondraaglijk en uitzichtloos lijden. En juist dat lijden is bij dementerenden heel moeilijk vast te stellen.

Er wordt nogal wat van een arts verlangd als deze alleen op basis van de wilsverklaring moet handelen. Iemand laten sterven in wie geen tekenen meer te ontdekken zijn van de euthanasiewens is voor de meeste artsen een onmogelijke opgave. Ook bij de Levenseindekliniek.

In alle gevallen probeert de Levenseindekliniek hulp te bieden aan hen die het vragen. Elke arts bepaalt individueel waar daarbij de grenzen liggen. In de praktijk betekent dat tot nu toe voornamelijk dat onze artsen euthanasie geven vóórdat de patiënt te dementerend is om te bevestigen dat hij of zij dood wil. Maar héél incidenteel wordt ook euthanasie gegeven na dat moment, als de wilsverklaring daarover duidelijk genoeg is en het ondraaglijk lijden zichtbaar. Maar zoals gezegd, het is een zeldzaamheid.

De kern van de euthanasiewet is dat elke arts zelf bepaalt of het ondraaglijk en uitzichtloos lijden zo invoelbaar is dat euthanasie een optie wordt. Bij elke euthanasie verwachten we een kritische houding van de arts en zelfonderzoek over waar deze wel en niet verantwoordelijkheid voor wil dragen. Iedere keer weer is er sprake van een medisch-ethische afweging. Bij de Levenseindekliniek is dat niet anders.

Ik kon de vragensteller op het congres daarom niet gerust stellen. Ik kon hem alleen aanraden het er niet op aan te laten komen en bij de eerste tekenen van dementie de stappen te zetten die moeten voorkomen wat hij niet wil: te dement zijn om nog om euthanasie te kunnen vragen. Misschien is dat te vroeg, maar als dementie echt een onoverkomelijk schrikbeeld is, is dat in ieder geval beter dan te laat.

Steven Pleiter | raad van bestuur Expertisecentrum Euthanasie